Cd-recensie Friesch Dagblad

 

door Arjan Hut

Bert Hadders zet folk-historie naar zijn hand

Van de rijke muziekcultuur van de Drents-Groninger veenkoloniën is maar weinig vastgelegd of bewaard gebleven. Mooi dus dat muzikant Bertus Hadders op een rommelmarkt in Groningen een plastic tas met bandopnames uit de nalatenschap van antropoloog drs. Gradus J. Bosklopper op de kop tikte. Dit verhaal, dat veel te mooi is om waar te zijn, vormt de aanzet tot deze derde cd van Bert Hadders & DeNozems.

 

De Bosklopper tapes telt twee handen vol sfeervolle, verrassend modern klinkende volksliedjes met teksten in het Veenkoloniaal Drents.

 

Neem nou bijvoorbeeld het stuwende, vet rockende Boem boem, ongetwijfeld komt het apocalyptische lied uit de hoge hoed van een, in een plaggenhut huizende, turfsteker. Maar hoe men toen kon bevroeden dat Groningen wel eens door aardbevingen zou kunnen worden geteisterd, is wel weer verbluffend…

 

Hoewel de muziek de predicaten turfblues, veengospel en bruiloftsdansen wel waarmaakt, zijn de onderwerpen en de arrangementen fris en verrassend, zonder dat het ‘authentieke’ traditionele karakter daarmee in de knel komt.

 

De Nozems is een strakke, adequate band en Hadders heeft een smeuïg timbre. Daarbij zijn er gastmuzikanten gestrikt die met mandoline trombone, pedal steel en mondharmonica bij wijze van spreken de jus over de aardappelen vormen.

 

Vanaf opener Lola (had zo op een plaat van Happy Camper kunnen staan) tot de korte, zompige rocker Zündapp is dit album een sfeervolle bedoening.

Vanaovend blifst bie mie is een prachtig liefdesliedje.

 

De liefde voor mensen en muziek druipt van de hele plaat, de vrije, cultuurhistorische fantasieën zijn net zo vermakelijk als effectief.

 

Een woord van waardering dan nog voor de puike verpakking. De omslag is getekend door de gelauwerde striptekenaar Peter Pontiac. Het kartonnen doosje met de cd bevat ook een uitklapposter, met op de achterkant alle teksten en bondige informatie over Bosklopper, Hadders en de Veenkolonien. Zo hoort het, de muziek verdient het.