Nozem in Assen
Gisteren trad Bert Hadders op in De Buurman in Assen.
De aangekondigde dichter Jan Glas kon wegens ziekte niet komen maar initiator Egbert Hovenkamp 2 las als doekje voor het bloeden een gedicht van Jan voor.
Ook deed Hovenkamp live verslag van het gebeuren op de van hem bekende maar nooit geevenaarde wijze. Hieronder vind je de tekst.
OP PEKEL AN
Kom laten we oostwaarts gaan
de bossen verlaten, het veen in
kom laten we naar de rommelmarkt gaan
een bandrecorder vinden, banden d’r bij
de antropoloog, vol heimwee, registreerde:
de wensgedachte dat zij vanavond thuis
de geluiden, de tedere geluiden
het verlangen ademt aangenaam zwaar
het lichaam wil nabijheid
de vraag, de ogen, het haar
het golven van verlangen
de zondag laat liefde toe
de regenboog buigt zich over dit alles
een mijmer op stille lippen
liefde die als vanzelf aanwezig
(muziek klinkt uit die liefde
en morgen dan…
morgen is een nieuwe, andere dag)
een mijmer op stille lippen
een dans, een wals tussen droge turf
gepassioneerd op pad, bewapend en wel
de zaterdag, de dans ongetemd
ongeremd de drift
onbestemd de kift;
“Pas op, woeste vrijgezel op pad!”
moe zit ze voor de koelkast
moe van alles dat het leven losliet
moe aan het eind van de maand
net als het geld, dat de portemonnee verliet
moe van wat was en niet bleef
een woedende oorlog
“komt allen tezamen
neemt deel aan dit gekletter
volgens wet en daarvan de letter”
de keizer wil dat huis en haard verlaten
wil dat er op pad naar de woedende oorlog
(ze doen maar wat ze niet laten kunnen)
hou je geld maar
hier is het hooi
hou je geld maar
hier is het mooi
hier zijn de rechte lijnen de richtlijnen
(de site droeg een ander gezicht, in ander licht)
koken stelt teleur
lichaam verspreidt een vreemde geur
het gebroken hart wil van geen lijmen weten
de tijd laat verlangen vergeten
de aarde beeft opdat de economie leeft
alleen zwerft de zanger vol snelheid
vol vrijheid
alleen in deze wereld
ruim zicht
’s ochtend glorend licht voor de zanger alleen
lachend in deze ruimte alom
een opgetuigde kerstboom
de gordijnen dicht
gezelligheid troef
in dit plastic licht
een lege spiegel toont
een leeg gezicht
de berookte ramen
de deur ging dicht
alleen bij de boom
voldoend aan de kerstplicht
de muren slicht
loop de ronde
de boedel in het huis stort neer
alles op de vloer
alles in de keuken rammelt, stommelt
opoe dommelt
en droomt over Jericho
(het goud komt als in de herfst de oogst
maar dan te laat, in een lege schuur)
ondertussen loopt de mazzelaar weinig
maar scoort veel
’s ochtends de wekker, naar behoefte
de gordijnen open naar een nieuwe dag
de zon licht voor het oprapen
maar, het bed biedt ruimte om
vol hoop
te slapen
wordt onrustig wakker in een droom
hij zit neer, ziet de schrompel
hij wil wel spreken, maar een mompel
spreekt “Lola”, amechtig
spreekt “Lola”, huilend
schreeuwt “Lola”
en stapt uit de droom
neemt een borrel
nog een borrel
en zegt “Lola”
neemt een borrel
nog een borrel
hef dat glas op ’t Beloofde Land
kom, maak je niet van kant
hef dat glas op ’t Beloofde Land
zo dicht bij de hel, de huid verbrand
hef dat glas op ’t Beloofde Land
harteklop met liefde bemand
hef dat glas op ’t Beloofde Land
Sinterklaas met de zak aan land
hef dat glas op ’t Beloofde Land
© Egbert Hovenkamp II