Een Poolse vrouw ontkomt op het Groningse platteland aan haar Nederlandse pooiers. Gewond vlucht ze naar de boerderij van een stugge boer. Hij draagt haar naar binnen, geeft haar schone kleren en te eten. Tussen deze twee mensen, eilanden op zichzelf die elkaars taal niet spreken, ontstaat in gebaar en gebroken Nederlands toch een voorzichtig gesprek. Terwijl hij zich zorgen maakt over de toekomst van zijn boerenbedrijf, probeert zij zich een plek in zijn huishouden te veroveren. Ze maakt schoon, kookt en houdt hem gezelschap. Ze leren elkaar steeds beter kennen, er ontstaat een band die langzaam intiemer wordt.
Maar de buitenwereld valt niet eeuwig op afstand te houden en het gevaar kruipt langzaam dichterbij.
Met Lotte Dunselman en Paul van der Laan
Regie: Lies van de Wiel
Muziek: Bert Hadders en Joost Dijkema