Op pad met Henk Scholte
Kinderen van De Höchte ‘hebben stief hun best doan’
ALTEVEER Christelijke basisschool De Höchte in Alteveer kreeg gisteren bezoek van Henk Scholte (op de foto rechts) van Centrum Groninger Taal & Cultuur en zanger Bert Hadders (links met gitaar). De dertien kinderen van groep 7/8 hadden, aldus Scholte, ‘stief hun best doan ’ op de raadsels en vragen in de Groningse editie van het Nedersaksische tijdschrift Wiesneus , uitgebracht in het kader van Meertmoand Dialectmoand en op een aantal scholen verspreid. De leerlingen kregen het boek Katjewaai van Gré van der Veen. Foto Harry Tielman
(overgenomen uit het Dagblad van het Noorden van 23 mei 2019
‘Wederom een topplaat’
Prachtige recensie van Ronnie Weessies op www.festivalinfo.nl.
Amper een jaar na het afscheid van zijn succesvolle formatie De Nozems presenteert de Groningse dialectmuzikant Bert Hadders al zijn eerste soloalbum. Echt verrassend kun je deze snelle terugkeer niet noemen, want hij putte voor Kokelekodeels uit dezelfde bron als op de laatste plaat van zijn vorige band. Jarenlang heeft de geboren Drent (vlak over de grens, in het dorp met de prachtige naam Tweede Exloërmond) speciaal voor het radioprogramma De Centrale van RTV Noord liedjes geschreven, waarvan luisteraars het onderwerp mochten bepalen. Dat deden ze door aan het ‘Rad van Kokeleko’ te draaien, waarbij het pijltje uiteindelijk op een typisch Gronings thema of een belangwekkende regionale gebeurtenis belandde.
Kokeleko is een streekgebonden begrip voor poeha, druktemakerij om niets. Opvallend genoeg doet Hadders het op de gelijknamige langspeler het een stuk rustiger aan dan met zijn Nozems. Gitaar en banjo zetten de toon op deze Americana-achtige plaat, waarbij artiesten als Woodie Guthrie en Pete Seeger als referentie gelden, al zullen liefhebbers van Johnny Cash’ American-serie het mogelijk ook kunnen waarderen. Dat laatste zit hem vooral in het melodieuze gitaarspel van Joost Dijkema, een jonge gitaardocent die door Hadders is gepromoveerd tot zijn partner-in-crime voor dit project. Met zijn verfijnde vingers geeft hij de toch al sterke nummers extra cachet.
Zo tovert hij de ballade ‘Station Van Daam’ om tot een van de hoogtepunten van het album. Een lied waarin het deprimerende treinstation van Appingedam dient als beeld voor een knipperlichtrelatie met een vrouw. Hadders stelt dit station nog positief voor, want anders dan hij beweert, kun je er op geen enkel moment van de dag iets lekkers kopen. Een andere plek waar volgens de artiest weinig te beleven valt, is de maan. Als we het even vermakelijke als aanstekelijke nummer ‘Doen Op De Moan’ mogen geloven, kun je daar niet veel meer dan jezelf bezatten (‘doen’ is Gronings voor dronken).
Het laatstgenoemde lied handelt over een werkloze die in het kader van een ruimtevaartprogramma naar de maan wordt geschoten. Werk komt als thema meerdere keren terug op het album en wel op klassiek-Groningse wijze, waarbij de arbeider met een loontje van ‘vief stuvers in ’t uur’ mag spreken van een ‘moagerbestoan’. Verder getuigen nummers als het ingetogen ‘Oog Veur N Oog’ en het veel luchtiger ‘Domnee, Domnee’ van Hadders’ christelijke opvoeding. Vorig jaar is de 57-jarige veteraan in het noordelijke muziekcircuit onderscheiden met de K. ter Laan-prijs, als erkenning voor zijn grote verdiensten voor het Groningse dialect. Met Kokeleko onderstreept hij nog eens hoe terecht die prijs aan hem werd toegekend. Bert Hadders heeft andermaal een topplaat afgeleverd.