Bert Hadders heeft samen met zijn band De Nozems een aantal fantastische dampende Grunneger rockplaten gemaakt met teksten die verhalen vertelden over vooral Oost-Groningen. Die teksten komen eigenlijk nog beter tot hun recht in de setting die Hadders voor zijn nieuwe album heeft gekozen. Hij onderkende zijn eigen beperkte vermogens als gitarist en ging gitaarlessen nemen bij Joost Dijkema, maar al snel bleek dat het een veel beter idee was om samen met Dijkema te gaan spelen en zingen.
Kokeleko is een subliem album van Groningstalige liedjes waarin opmerkelijke Grunnegers centraal staan, waaronder eentje die, moet ik met enige schroom bekennen, nog verre familie is ook, namelijk Okke Kluun, de laatste Groninger die op de Grote Markt publiekelijk is opgehangen. Mooie intieme liedjes, door Hadders mooi gezongen, met fraaie subtiele gitaarbegeleiding van Joost Dijkema. We zouden de Nozems er bijna door vergeten, al was ik erg verknocht aan die lekkere Grunneger rock van die band. Maar dit is een erg mooi plaatje geworden. Petje af heren!
‘Het was ineens alsof mijn eigen bassist in die wagon zat’
Beno Hofman vertelt het verhaal van de muzikale Joodse familie Stoppelman in Cultuurhuis De Klinker in Winschoten.foto huisman Mediainki de jonge
Ze schnabbelden op feesten en partijen, de Stoppelmannen, maar in de oorlog stierf de muziek samen met hen een stille dood. Tot gisteren.
Zichtbaar aangeslagen staat zanger-liedschrijver Bert Hadders op het podium van Cultuurhuis De Klinker in Winschoten. ‘Dreumer’, zingt hij, ‘Bist ’n dikke dreumer…’
Het is een van de vier liedjes die hij heeft gemaakt voor de muzikale voorstelling Streekgenoten; Joden in de Veenkoloniën , die op deze zondagmiddag in première gaat.
Achter hem staat het Veenkoloniaal Orkest, met dirigent Lubertus Leutscher op de bok. Hij laat de violen dansen, de houtblazers teder fluisteren, het publiek is muisstil en zelfs de hoesters houden even hun adem in.
Geschiedverteller Beno Hofman, in geruit kostuum gestoken, neemt een slok van zijn glaasje water. En aan de rand van het podium zit het Bolotny Trio van klezmermuzikanten Sergei Bolotny, Don Hofstee en Tim Nobel, die tevens arrangeerde.
‘Dien leven dat is hier en nou’, zingt Hadders. ‘Bouw die ’n huus, zuik die ’n vrouw…’
Hij is bleek.
Dit lied gaat over Har-tog Stoppelman, een zoon van Lazarus, een van de muzikanten van het familieorkest dat in de jaren 20 en 30 menig bruiloft en partij opluisterde.
Beno Hofman deed nauwkeurig onderzoek naar hun familiegeschiedenis en vertelt hun verhaal aan het publiek: hoe de familie Stoppelman zich in Oude Pekela vestigde, daar in de Veenkoloniën net als veel andere Joden heel veel werk niet mocht doen, en zich stortte op de muziek- en dansbusiness: dansleraren werden ze, en muzikanten in hun familieorkest. Hadders bezingt hoe de oudste zoon naar Palestina wil, maar daar door zijn eigen vader van af wordt gehouden. Het is een fantasieverhaallijntje. Niet echt gebeurd.
‘Dit vlakke laand is nou dien laand’, zingt hij. En: ‘Tou goa nait vot, blief hier bie mie, dien voader holt zoveul van die…’
Deze ruim twee uur durende muziekvoorstelling is een eerbetoon aan de familie Stoppelman uit Oude Pekela en vertelt tegelijkertijd iets over het rijke Joodse muziekleven in de Veenkoloniën.
Het fraai geïllustreerde boekje dat de voorstelling begeleidt, verhaalt over Lazarus Stoppelman die met zijn vrouw Bloemke een groot gezin van negen kinderen stichtte. Met zijn zeven zonen stichtte Lazarus zijn orkest. Een foto toont de mannen met hun instrumenten, de trommels, de viool, de contrabas, de trompet en de tuba en de klarinet. ‘Goede muziek’ zo luidde de wervende tekst van een advertentie uit die tijd: ‘concurrentie onmogelijk’.
Toen vader Lazarus in 1931 stierf, zetten zijn zonen en kleinzonen zijn muzikale erfenis voort. Alleen zijn oudste zoon Daniel ‘Lassie’ Lazarus en Hartog ‘Herman’ Stoppelman werden professioneel muzikant.
Bert Hadders is professioneel muzikant. Hij heeft ook wel vaak op bruiloften en partijen gestaan, goed, het was niet zijn allerliefste lievelingswerk, maar, dat weet elke muzikant met een beetje rock-’n-roll in zijn donder: spelen is spelen, een gig is een gig en met een paar consumptiebonnen en genoeg te ouwehoeren heb je zomaar een mooie avond.
Maar in de pauze, net, gebeurde er iets in De Klinker. Er kwam een man naar hem toe met een briefje, meneer Kuiper. Zijn vader had Lassie Stoppelman nog gekend. En op een dag, de oorlog was toen al een paar jaar aan de gang, stond de vader op het Hoofdstation in Groningen toen hij zijn naam hoorde roepen.
Hij keek: het was Lassie. In een wagon. Hij zei: ‘Doe ze nog ee’m de groet’n in Oal Pekel’.
Lassie werd, net als de andere leden van het niet te beconcurreren familieorkest Stoppelman, vermoord. Dus staat Bert Hadders op het podium en zingt zijn lied over de dromende muzikant en beseft ineens iets.
En na afloop van de voorstelling, als het publiek een staande ovatie heeft gebracht en de bloemen zijn uitgedeeld, zegt hij: ,,Ik zong over die familie, ineens zag ik Lassie, en werd het net alsof de bassist van mijn eigen bandje in een wagon zat, een jongen waarmee ik lol had kunnen hebben na het optreden. Ik dacht: ik zing voor deze mannen, zij kunnen het niet meer doen.’’
De voorstelling is nog te zien in Hoogeveen, Stadskanaal en Westerbork. Met de groeten van Lassie…
Nulviefteg was zaterdagavond de verrassende winnaar van het derde Bosklopper Gala in Veendam. Maar het gala is meer dan de prijs voor de beste Groningstalige single.
Twee Groningstalige artiesten stonden na een roerige periode in hun persoonlijk leven zaterdagavond op de planken in het Veendammer theater vanBeresteyn. Wia Buze zong de sterren van de hemel. De zangeres uit Termunterzijl vertelde presentator Jan van der Meide dat ze een nieuwe cd en theatertour voorbereidt om in 2020 te vieren dat ze 35 jaar in het vak zit.
De wolf is terug
Voor de Hoogezandster Jan Henk de Groot was optreden op het Bosklopper Gala een warm bad. Na een, zoals hij het zelf noemde ‘n beetje n roare periode’ stond hij gelouterd, (bijna) strak in het pak en meer dan goed bij stem op de bühne. Het publiek drukte hem aan het hart. Zijn nieuwe programma gaat De wolf is terug heten.
Ook Marlene Bakker, winnares van de Bosklopper Bokaal 2017 voor Waarkhanden, is komend seizoen met band in het theater te vinden. In Veendam mocht Bakker de publieksprijs, de Bé Wever beker, uitreiken aan Gert Sennema en Westkant Stad voor Kom.
Showroom van de Groningstalige muziek
Op het Bosklopper Gala wordt de mooiste Groningstalige single van het afgelopen jaar bekendgemaakt, maar het is ook een showroom van de Groningstalige muziek. Behalve Buze en De Groot kwamen Dion Bouwes en Dennis Krottje (Steernvanger) voorbij, Bert Hadders en Bas Schröder zong een nummer van de dit voorjaar te verschijnen cd van Swinder. De traditionele Ede Staal-karaoke betrof dit keer Mien toentje.
Erkenning die zo lang op zich heeft laten wachten
Alle genoemde artiesten hebben met elkaar gemeen dat het publiek belangstelling voor hen kreeg nadat ze in het Gronings waren gaan zingen. Dat geldt ook voor Alex Luttjeboer uit Winschoten. Na een leven lang Engelstalige rock and roll te hebben gemaakt, brengt zingen in het Grunnegers Luttjeboer en zijn band Nulviefteg (Klaas Post, Marten van der Ploeg, André van Hees en Remko Wind) de erkenning die zo lang op zich heeft laten wachten.
Er zijn gewoon teveel goede liedjes
De jury (naast voorzitter Carmen Schilstra bestaande uit gedeputeerde Nienke Homan, Ingeborg Nienhuis, René Walhout en Rolf Schreuder) van de Bosklopper Bokaal had een zware dobber aan de beoordeling. ,,Er zijn gewoon teveel goede liedjes en ook nog eens in allerlei genres: rap, chanson, Americana, rock en alternatief.’’
De prijs (een stevige beker en 1000 euro) ging naar Nulviefteg voor t Leed is leden vanwege de rauwe muziek, gekoppeld aan een actueel thema (aardbevingsleed). Alex Luttjeboer was overrompeld. Dat er behalve hijzelf ook nog andere mensen in zijn muziek geloven was zaterdagavond zijn grootste prijs.
De K. ter Laanprijs 2018 gaat naar streektaalmuzikant en ambassadeur van het Nedersaksisch, Bert Hadders. De uitreiking is vrijdag 5 april.
De K. ter Laanprijs, 1000 euro en een bronzen beeldje van kunstenares Natasja Bennink uit Ezinge, wordt sinds 1985 door stichting t Grunneger Bouk uitgereikt aan mensen en instellingen die zich verdienstelijk hebben gemaakt en dat nog steeds doen, voor de Groninger taal en cultuur.
Niet aflatende inzet op vele fronten
De jury (schrijfster en dichteres Fieke Gosselaar, Eddy de Jonge (directeur Groninger Archieven), Jan Groenbroek (stichting t Grunneger Bouk) en Louis van Kelckhoven (streektaalredacteur Dagblad van het Noorden) roemt de niet aflatende inzet op vele fronten van Hadders voor de streektaalmuziek.
Bosklopper Gala
Bert Hadders (1962, 2e Exloërmond) zette in 2018 een streep door zijn begeleidingsband De Nozems, waarmee hij in 2015 de met de Dagblad van het Noorden streektaalprijs bekroonde klassieker De Bosklopper Tapesuitbracht. Twee jaar eerder won Hadders de Grunny van RTV Noord. Met Ginet Venema nam Hadders het initiatief tot het Bosklopper Gala dat dit jaar voor de derde keer plaatsvindt.
Een onwaarschijnlijke hit
Met Otto Groote is Hadders het gezicht van De Grup, terwijl hij met Joost Dijkema langs zaaltjes en theaters trekt met Kokeleko waarvan de liedjes op cd zijn verschijnen. Ondertussen scoort Hadders een, zoals het zelf noemt, onwaarschijnlijke hit met Der zit gain schot in mie.
Streekgenoten
Afgelopen zondag zong hij nog in de voorstelling Streekgenoten; joden in de Veenkoloniën in Winschoten. ,,Als er niet zoveel muziek in Bert Hadders zat zou je hem de stille kracht achter de Groningstalige streektaalmuziek noemen’’, aldus de jury.
Deze prachtege pries
Hadders, in 2015 benoemd tot ambassadeur van de Nedersaksische taal zegt: ,,Groag moak k n stee vrij op bozzem veur dizze prachtege pries, dij veural zoveul weerd is deur alle veurgoande winnoars. Dat mien noam nou veur aaiwig verbonden is mit illustere veurgangers as Marcel Hensema, Hans van der Lijke en Jan Veldman, vervult mie mit grote trots. Bin der slim wies mit!’’
De K. ter Laanprijs wordt vrijdag 5 april (16.00 uur) uitgereikt in restaurant De Boerderij bij de Fraeylemaborg in Slochteren.
De Grup speelde afgelopen vrijdag voor een volle en zeer enthousiaste zaal in Engerhafe.
In de Gulfhof Ihnen Folkclub hadden zich een dikke honderdtwintig bezoekers verzameld. Hoewel de meesten voor bandlid en lokale grootheid Otto Groote kwamen zongen sommige bezoekers woordelijk mee met de Groningstalige nummers van Grupper Bert Hadders.
Hoewel Bert Hadders (1962) zo’n veertig jaar geleden zijn geboorteplaats 2e Exloërmond verruilde voor het leven in ‘Stad’ bouwde hij middels de personages in zijn liedjes een nieuwe, virtuele nederzetting in de Drents/Groningse Veenkolonies.
In de uit ‘arbeidersrode’ bakstenen opgetrokken woningen langs dat kaarsrechte kanaal wonen de dominee die om regen bidt, de kluizenaar die drie keer de Duitse Lotto won, de boer die niet mee mocht doen aan BZV, een bijstandsmoeder met lege koelkast en kapotte Lada en de politicus met het revolutionaire werkgelegenheidsplan. (“ruimtevaart achter de dijk”).
Op het kerkhofje ligt Okke Kluun, de laatst ter dood veroordeelde misdadiger van Groningen naast Eltjo Siemens, slachtoffer van politiegeweld tijdens de landbouwstakingstaking van 1929.
Hadders bezingt deze mensen met empathie, humor en aandacht voor detail.
Een Poolse vrouw ontkomt op het Groningse platteland aan haar Nederlandse pooiers. Gewond vlucht ze naar de boerderij van een stugge boer. Hij draagt haar naar binnen, geeft haar schone kleren en te eten. Tussen deze twee mensen, eilanden op zichzelf die elkaars taal niet spreken, ontstaat in gebaar en gebroken Nederlands toch een voorzichtig gesprek. Terwijl hij zich zorgen maakt over de toekomst van zijn boerenbedrijf, probeert zij zich een plek in zijn huishouden te veroveren. Ze maakt schoon, kookt en houdt hem gezelschap. Ze leren elkaar steeds beter kennen, er ontstaat een band die langzaam intiemer wordt.
Maar de buitenwereld valt niet eeuwig op afstand te houden en het gevaar kruipt langzaam dichterbij.