De mooiste optredens vinden soms plaats op de meest onverwachte plaatsen. Op uitnodiging van accordeonist Syb Jongsma was ik de pauzeact op de halfjaarlijkse uitvoering van zijn muziekschool.
Zelden zag ik bij een voorstelling zoveel spelplezier en wederzijdse liefde tussen muzikanten en publiek.
Syb heeft niet zo maar een muziekschool: Hij geeft les aan mensen met een beperking. Hij doet dat thuis op zolder maar wil graag een ruimte huren bij de buren omdat niet iedereen de 2 trappen naar boven kan beklimmen.
Daarvoor heeft hij vierduizend euro nodig die hij via een crowdfundingsactie wil inzamelen.
Als je kunt, draag dan bij. Ik verzeker je dat je vandaag je geld niet beter kunt besteden.
Het orkest op de foto bestaat uit vader Stoppelman en zijn zeven zonen. In de eerste decennia van de vorige eeuw zetten zij de toon op menig dorpsfeest, kermis of bruiloft in Oost-Groningen.
De mannen verplaatsten zich per fiets en dankten hun populariteit, naast hun muzikale vakmanschap, aan het feit dat ze geen alcohol dronken waardoor ze ook aan het eind van de avond nog zuiver en in de maat speelden.
Over deze familie maakten we 5 jaar geleden de voorstelling ‘Streekgenoten’ waarbij wijlen Beno Hofman het verhaal vertelde en ik een aantal liedjes schreef die met het Veenkoloniaal Symfonie Orkest uitgevoerd werden.
Over de Stoppelmans’ was weinig te vinden: Deze foto en wat krantenberichten.
Nabestaanden leken er niet te zijn want de gehele familie werd naar het oosten afgevoerd en door de Nazi’s vermoord.
Daarvoor was geen enkele aanleiding behalve het feit dat ze van Joodse komaf waren.
Vorige week werd ik benaderd door Lotta Reekers en een aantal studenten van de Hanze-opleiding Medialism.
Zij hadden een documentaire gemaakt over een zekere Eugen Stoppelman die acht concentratiekampen had overleefd en zijn belevenissen op papier had gezet.
De vraag was of mijn liedje in de film mocht.
Uiteraard.
Ik stuurde ook nog de door Gijs van Veldhuizen geproduceerde instrumentale versie mee waarin de melodie gespeeld wordt door Heta Salkolahti.
Gisteren was de première van de film in het Forum.
Het begon met een drone-shot van de toegangsweg naar Auschwitz, Heta’s viool viel in en op het moment dat de drone de poort met de cynische woorden ‘Arbeit macht frei’ passeert komt de brug van het nummer. Alsof het er voor geschreven was.
Omdat ik niks over de familie wist had ik een verhaal verzonnen over een gesprek tussen vader en een van zijn zonen over eventuele emigratie.
Zoon ziet eind jaren dertig de bui al hangen en stelt voor om naar Palestina te vertrekken. Vader vindt dat niet nodig: ‘Dit vlakke laand, is nou dien laand’.
Marco Borsato hoeft nog niet te denken aan een terugkeer.
Iemand stuurde me een met Kunstmatige Intelligentie ‘gecomponeerd’ lied.
Alles erop en eraan: tekst, melodie, zang, instrumenten.
Zuiver, in de maat en naadloos passend in het repertoire van Marco of Suzan en Freek.
Het was binnen een minuut klaar, zei ze.
‘Poëzie is de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie’, leerde ik op school.
Die gedachte van de dichter Willem Kloos is toepasbaar op alle kunst.
Het idee dat ieder mens een unieke ontwikkeling doormaakt die zijn of haar kunstuiting uniek maakt spreekt mij bijzonder aan.
Helemaal als meerdere mensen hun ervaringen combineren.
Gisteren was zo’n dag.
Ik speelde met Jan Kuiper in Niehove.
De Eisseshof is een oud café in een oud Gronings dorpje.
Het bovenzaaltje was gevuld met een zeer divers publiek
.
Jan is zo’n uniek geval dat A.I. nooit kan verzinnen:
Een zeer goede schrijver/dichter/yoga-leraar/ gitarist die speelde met Afrikanen, Indiërs, Roma’s en gitaarhelden als Jan Akkerman en Stochelo Rosenberg.
Combineer dat met een Groningstalige liedjesschrijver die zeer basaal gitaar speelt en je krijgt een unieke middag.
We hadden van te voren niks afgesproken zodat we elkaar ook verrasten.
Jan speelde moeiteloos mee met wat ik hem voorschotelde, deed een spoken word performance met zo’n gestemde wokpan, gaf Indiase ritme-les en las gedichten voor.
Ik speelde m’n nieuwste liedje (van j.l. vrijdag), vertelde verhalen, las voor en zong voor het eerst in het Nederlands.
Het publiek luisterde, lachte hard, pinkte hier en daar een traantje weg en ging volledig mee op elke weg die we insloegen.
Kortom een middag die geen enkel computerprogramma had kunnen verzinnen.
Je hoort de hele dag over dat de verbinding mist en dat we elkaar niet meer begrijpen.
De afgelopen dagen was ik in Ditzum op uitnodiging van de fantastische Mette Isager. Ik mocht een paar dagen in haar huisje aan de haven om liedjes te schrijven. Ik kwam binnen, ging zitten, keek naar buiten naar de met sneeuw bedekte haven en tien minuten later was het liedje klaar. Ik had de jas nog aan!
Vanmiddag loerde ik tijdens een wandeling bij een galerie naar binnen en zag Katja Zwezerijnen zitten die ooit een theatercafé in Groningen runde en sinds 3 dagen galeriehouder te Ditzum is. We dronken wat, ik kocht een schilderijtje en schonk die aan Mette.
Alweer een goed besteed weekend want morgenmiddag (23-11) spelen Jan Kuiper en ik in de Eisseshof te Niehove.
Ditzum
Buiten is het wit van sneeuw je leeft hier in een andere eeuw Ik tel de masten van de vissersvloot Vroeger is nog lang niet dood
Een driekleur wappert in de wind Op de kade speelt een stenen kind De afslag ruikt naar verse vis Het is hoe het was, ‘t Is hoe het is
De veerboot nadert over zee Zij brengt misschien verse mensen mee Een engel in de vensterbank Zegt welkom thuis, brood op de plank
Mijn stemmen klinken nu gedempt Een wagen glijdt, te hard geremd En verder nergens volk op straat In Ditzum is het al vroeg laat
Buiten is het wit van sneeuw Je leeft hier in een andere eeuw Ik tel de masten van de vissersvloot Vroeger is nog lang niet dood
Spiekeroog is een van de kleinste Waddeneilanden. Er is geen autoverkeer en er woont maar een handjevol mensen.
Ondanks dat ik er al vaak heb opgetreden lukt het me toch steeds weer er te verdwalen.
Afgelopen zaterdag liep ik ’s nachts van de afterparty in Otto’s huisje naar mijn hotelkamer aan de andere kant van het dorp en na een half uur dwalen moest ik toegeven dat ik niet meer wist waar ik was.
Ik had mijn telefoon aan de vaste wal gelaten dus google maps bood ook geen uitkomst.
Het was stikdonker en een beetje mistig maar in de verte hoorde ik eng’len zingen.
Dichterbij gekomen bleken het twee meisjes van een jaar of achttien te zijn die in het gezelschap van een lichtelijk beschonken jongeman hedendaagse Duitse liedjes zongen.
Tot mijn verbazing waren ze ook bij ons optreden geweest en begroetten me met een enthousiast ‘Hey, da ist der Sänger!’
Er was drank en wat te roken en er ontstond een spontaan feestje. Op een kruispunt midden in het dorp.
De meisjes zongen goed en meerstemmig en kenden alle teksten uit hun hoofd.
Als een geestverschijning doemde vervolgens in de mist een kleine Aziatische vrouw op.
Ze was prachtig, lichtelijk extravagant gekleed en sprak ons in het Frans aan.
Terwijl ik nog naar woorden zocht knoopten de drie Duitse pubers onmiddellijk een gesprek aan in vlekkeloos Frans.
De vrouw bleek uit Vietnam te komen en bezat een winkel in bijouterieën op het eiland. Ze kon ook prachtig zingen. Je verzint het niet, hè.
Uiteindelijk werd ik keurig bij mijn hotel afgeleverd.
Een wonderlijke nacht..
Op de foto Otto Groote op de heenweg naar Spiekeroog (foto Carina Schiller)